Namen
- On 10 juli 2017
- 0 Comments
Namen moeten altijd zeer zorgvuldig gecontroleerd worden. Niets is slordiger dan wanneer de naam van bijvoorbeeld de minister van Binnenlandse Zaken verkeerd wordt gespeld of Philips wordt geschreven als Phillips. Nu moet ik eerlijk bekennen dat een overijverige vertaler van Todo ook ooit de mist in ging door de naam Veldkamp (Field camp) mee te vertalen, maar gelukkig werd dit tijdig opgemerkt door de corrector.
Hoe anders gaat dat bij het vertalen van strips. Daar is het juist van doorslaggevend belang dat de vaak bizarre, ongebruikelijke namen een bij de taal en cultuur passende vertaling krijgen. ‘Onze’ Suske en Wiske heten in het Zweden Finn och Fiffi, in Italië Bob e Bobette en in Indonesië Bobby dan Wanda. Tante Sidonia heet in Noorwegen Tante Klara en Schanulleke wordt in Amerika Sawdust genoemd.
Nog meer creativiteit en inventiviteit wordt gevraagd van de vertalers van de strips van Jacques Tardi. Meesterlijke vondsten zijn bijvoorbeeld: Isabelle Avondrood (Adéle Blanc-Sec) en Morgendauw (Brindavoine). Je moet toch wel overlopen van fantasie om namen te verzinnen als Miltziek, Gortworst en Pezewever.
Ook Kuifje-personages kennen vele vertalingen. Dupont et Dupond heten in de Nederlandse versies Jansen en Janssen, in de Engelse Thomson and Thompson en in de Duitse Schulze und Schultze. En hond Bobbie moet ook luisteren als hij Snowy, Struppi, Milou of Terry wordt genoemd.
De stripvertalers zullen niet zonder slag of stoot deze fantasievolle, humoristische namen hebben kunnen verzinnen. Wellicht dat ze in hun wanhoop af en toe gebruik hebben gemaakt van de zeer uitgebreide scheldwoordenvocabulaire van Kapitein Haddock. Ik geef u er een paar: ‘in boterbloemvet gesmoorde weerwolf’, ‘kropmens’, ‘zwamneus’, ‘stelletje klompsokken’, ‘overgehaalde zandvlooien’ en ‘waskuip-generaal’.
Duizend bommen en granaten wat een namen!